Braken en diarree
Braken en diarree zijn geen ziektes, maar symptomen van een ziekte. Niet alleen de gevolgen van braken en/of diarree moeten bestreden worden, maar ook de oorzaak, de achterliggende ziekte.
Braken
Braken is één van de meest voorkomende symptomen van afwijkingen aan het maag-darmkanaal die we bij dieren tegenkomen. Braken is vooral een teken van maagslijmvliesontsteking, en kan opgewekt worden door het eten van maagirriterende stoffen. Braken kan ook opgewekt worden door irritatie van het braakcentrum in de hersenen. Wagenziekte en toxinen (giftige stoffen) die vrijkomen bij ziekteprocessen elders in het lichaam kunnen braken veroorzaken, zonder dat het maagdarmkanaal iets mankeert. Braken wordt meestal vooraf gegaan door misselijkheid, die zich kenmerkt door kwijlen en veel smakken met de lippen. Daarna komen de buikbewegingen, en wordt de maag leeg gegooid. Na het uitgooien van de maaginhoud volgt helder braaksel met maagsappen. Als het braken aanhoudt, zien we gal in het braaksel komen; het wordt dan geel-schuimig. Nog later zien we kleine vlokjes bloed in het braaksel. Braaksel dat naar ontlasting ruikt wijst op (ernstige) darmproblemen, o.a. afsluiting (ileus). Van belang is het om te weten of het om echt braken gaat of om zogenaamd ‘regurgiteren’. Regurgiteren is het opgeven van voer/speeksel/water dat niet in de maag is geweest. Het lijkt op braken, maar gaat niet gepaard met de golfbewegingen van de buik, en gebeurt meestal meteen na voer- of wateropname. We zien regurgitatie bij slokdarmafwijkingen, bv afsluiting door een tumor of een stukje bot o.i.d., en bij slokdarmverlamming. Als een dier braakt verliest het flinke hoeveelheden vocht en zout. Dit leidt vrij snel tot stofwisselingsproblemen. Het voorkómen van water- en voeropname is de beste manier om braken te voorkomen. Ze willen graag drinken, zodat ze kunnen braken, maar per saldo verliezen ze door het uitbraken van hun water méér water dan ze opgenomen hebben! Voer en water 24 wegzetten is het beste. Om de ergste dorst te stillen kunnen ijsklontjes in de bak gelegd worden.
Hoe kun je controleren op uitdroging?
- Turgor: de elasticiteit van de huid. Pak de huid van de nek/rug op en laat los: moet snel weer op z’n plaats vallen; als er een ‘kam’ blijft staan is er sprake van uitdroging.
- Ogen: Als ze ‘weggezonken’ lijken, is het dier uitgedroogd.
- Tandvlees: wrijf met je vinger over het tandvlees. Droog? Uitgedroogd!
Uitgedroogde dieren moeten met spoed behandeld worden via infusen.
Dunne-darm diarree
Het darmkanaal bestaat grofweg uit een dunne en een dikke darm. Deze twee ‘afdelingen’ geven verschillende symptomen als ze ziek zijn. De dunne darm dient om de voedselbestanddelen af te breken en om te zetten in stoffen die in het bloed kunnen worden opgenomen. Daartoe breekt de dunne darm vetten, eiwitten en koolhydraten af tot hun bouwstenen, met behulp van enzymen uit alvleeskliersap, galzouten uit de gal, maagzuur en grote hoeveelheden water. Een slecht werkende dunne darm zorgt voor grote volumes waterige diarree. Het zieke dier kan het meestal wel ophouden, maar eenmaal buiten wordt de ontlasting als een flinke straal geproduceerd. De stank is meestal niet te harden. De diarree bestaat uit onverteerd eten, nl vetten en eiwitten. Het gaat gepaard met veel vochtverlies, en de dieren kunnen snel uitgedroogd raken. Dunne-darm diarree wordt veroorzaakt door het eten van verkeerd (bedorven) voer, virussen (parvo, corona, hondeziekte), coccidiose, vergif etc. Voorafgaand aan de diarree zie je heel vaak braken. Hele donkere diarree ziet er vaak uit als teer en dit komt door bijmenging van bloed. Als het dier niet braakt, bestaat de behandeling uit water, licht verteerbaar eten (desnoods eerst 1 dag vasten, alleen water), en diarree-remmende medicijnen. Het licht verteerbare dieet bestaat uit witte rijst, gekookte kip, beschuit, biscuit, yoghurt, karnemelk, slappe thee enz., en als men dat te lastig vindt om te bereiden, kan men via de dierenarts aan speciale lichtverteerbare voeding komen (ID-dieet van Hill’s is een heel goed alternatief!) Na een dag of drie gaat men weer over op normale voeding.
Dikke-darm diarree
De dikke darm dient om de restproducten van het verteringsproces tijdelijk op te slaan en in te dikken. Verlies van deze functie(s) leidt tot een typische diarree. Dikke-darmontsteking (colitis) gaat gepaard met kleine hoeveelheden ontlasting, die met een grote frequentie geloosd worden. De hoopjes zijn klein, en zijn vaak voorzien van een slijmerige ’coating’. Er kunnen vlokken of slierten helder rood bloed aanwezig zijn. Het dier kan de ontlasting vaak niet ophouden en perst vaak enorm op de ontlasting, net alsof er een verstopping is (net zoals wanneer ze botten gegeten hebben die vastzitten in de endeldarm). Deze toegenomen ontlastingsfrequentie met persen is typisch voor colitis, en zie je niet bij dunne-darm-ontsteking. Bovendien stinkt deze dikke-darmdiarree niet zo erg, alhoewel het natuurlijk geen fijne lucht is. Colitis ontstaat door allergische reacties, nerveuze reacties t.g.v. stress, (zweep)wormen en bepaalde gifstoffen. Verder bij auto-immuunziekten en tumoren. Meestal is het bloed in de ontlasting geen reden tot grote zorg. Katten (meestal langharen) hebben vaak colitis met kleine hoeveelheden bloed in de ontlasting, ten gevolge van de haren in de darminhoud. Colitis wordt vaak behandeld met vrij krachtige ontstekingsremmers. Soms is alleen een dieet met veel ruwvezel voldoende, en soms worden door de dierenarts middelen voorgeschreven die de heftige kramp verhelpen.
Bloederige diarree
Bloederige diarree kan zowel een dunne darm- als een dikke darmprobleem zijn. Ernstige virusinfekties, zoals parvo, of zware vergiftigingen, kunnen dunne-darmontsteking of irritatie van de dunne darm veroorzaken, en tot bloedverlies leiden. Vaker echter zien we de bloederige ontsteking van de dikke darm, die we het meest bij dwergrassen zien, en die zeer hardnekkig kan zijn. De ontlasting ziet er uit als aarbeienjam, met bloed en slijm. Deze dieren moeten door een dierenarts geholpen worden; huismiddeltjes zoals imodium lossen hier het probleem niet op! Het gaat gepaard met braken, persen op de ontlasting en op den duur ernstige uitdroging en shock. Levensgevaarlijk, m.n. bij dwergpoedels, dwergschnauzers, teckels enz.